Frits

Begin 2017 nam ik een rigoureus besluit.

Na 2,5 jaar van postnatale depressie en de weg kwijt zijn, koos ik ervoor om weer actief de wereld in te stappen. Ik was al veel langer bezig met persoonlijke coaching en therapie, maar mijn schrijverschap opnieuw leven inblazen lukte maar niet. Laat staan dat ik substantieel geld verdiende met freelancen.

Ik wilde de cirkel doorbreken en zag op dat moment geen andere optie dan iets totaal anders gaan doen. Ik wilde absoluut niet terug naar kantoor en kon een baan op mijn oude niveau toen trouwens ook helemaal niet aan qua stress. Nu zou ik het wel weer kunnen, maar nu kies ik heel bewust voor iets anders.

Destijds had ik echter niet veel keus als fragiele mama. Ik meldde me bij een thuiszorgorganisatie. Niet als zorgwerker, want mijn hbo diploma CMV en mijn academische graad in de Sociologie waren niet voldoende. Eerlijk gezegd vond ik dat niet erg, ik heb nooit het echte VERzorgwerk geambieerd. Begrijp me niet verkeerd, ik heb GROOT RESPECT voor alle zorgwerkers, het is gewoon niet mijn ding om fysiek mensen te verzorgen.

Dus ik werd huishoudelijk verzorger, of plat gezegd ‘de poets’. En ik heb dat een jaar lang met heel erg veel plezier gedaan! Ik vind schoonmaken helemaal niet erg, het kan zelfs heel meditatief zijn, en ik deed iets waar mijn cliënten super blij mee waren. Ik deed wat zij zelf niet meer konden doen, ik zorgde ervoor dat zij zich prettig en waardig konden blijven voelen in hun eigen huis.

En ik zou mezelf niet zijn als ik niet ook veel met hen praatte. Ik liet ze hun verhaal vertellen, ik wilde weten wie ze waren zonder al die fysieke beperkingen of ziektes waardoor ze zoveel hadden verloren. Ik gaf hen een stukje eigenwaarde terug met een schoon huis en een persoonlijk gesprek.

Een van mijn eerste huizen was dat van Frits. Een zeer eigenzinnige man van in de zeventig. Frits was bereisd, een ondernemer, een vrouwenliefhebber, een kettingroker, een mopperaar, en een man die als een klein kind weigerde om ook maar iets huishoudelijks behalve afwassen te doen.

Niet echt mijn type dus…
Maar Frits en ik mochten elkaar prima. Hij was belezen en filosofeerde over het leven, hij genoot van avonturen en had een goed gevoel voor humor.

Ik zei dat hij niet mocht roken in mijn bijzijn tenzij met alle ramen open. Dus hij zat half te blauwbekken tijdens ons koffiemoment en grinnikte om het feit dat hij naar mij – een vrouw! – luisterde.
Hij haalde strompelend met zijn slechte knie verse croissants voor me, omdat hij mijn oprechtheid en open-mind zo waardeerde. Net als de gesprekken over Afrika, vrouwen en politiek.

Zijn keuken was verschrikkelijk vies, elke week opnieuw. Ik verbaasde me over zoveel onverschilligheid omtrent hygiene en ik gruwde van het bed vol kattenharen. Maar elke week maakte ik de basis schoon en deed ik extra klusjes om langzaamaan zijn huis op orde te krijgen.
Hij raakte zelf zo geïnspireerd dat hij al zijn spullen begon op te ruimen, samen met zijn zoon die beneden woonde. Ook zijn oude kantoor dat hij nog buitenshuis had, pakte hij beetje bij beetje aan.

Ik zei hem dat het zeil in zijn keuken onmogelijk schoon te maken viel, hij verving het binnen een week. Het restant mocht ik meenemen om een andere client blij te maken, uiteindelijk kreeg de kat van die vrouw kittens en kwam de kater uit het nest bij Frits in huis. De twee andere poesjes wonen sindsdien bij mij. Tja, ik ben niet zo van binnen de lijntjes kleuren.

Op zijn verjaardag gaf ik mijn verhalenbundel cadeau. Misschien ongebruikelijk, maar ik had hem ondertussen verteld over mijn schrijverschap. Hij was razend enthousiast, elke week zei hij me dat ik weer moest gaan schrijven.

Na een jaar stopte ik met het werk in de thuiszorg. Het was genoeg. Ik had mijzelf uit de modder getrokken door modder te dweilen bij anderen. Ik was nuttig voor kwetsbare mensen geweest en had veel betekend voor hun eigenwaarde. Het was heel erg vervullend werk, maar ook fysiek zwaar. En het leverde amper geld op, terwijl ik er veel energie in stopte. Wat dat betreft ook VEEL respect voor alle mensen die dit werk jarenlang doen. Zij staan onderaan op de zorgladder, maar betekenen ongelooflijk veel in die zorg!

Het leverde mij twee grote dingen van waarde op. Ik was uit mijn dal gekrabbeld en hervond zelf mijn eigenwaarde. Ik herontdekte dat ik mensen kan raken in hun hart en ziel door ze oprecht te zien voor wie ze zijn.
En het inspireerde me om weer te schrijven.

De verhalen die ik elke dag hoorde, al die levens en avonturen. Al die verschillende perspectieven op de wereld.

In de derde week stond ik in een douche tegeltjes te schrobben en vroeg me vol verbazing af hoe ik daar in godinnensnaam terecht was gekomen en dacht: hier MOET ik over schrijven.
Ik heb dat hele jaar een dagboek bij gehouden over mijn belevenissen en de kronkels in mijn hoofd over liefde, moederschap, vrouw-zijn, schrijver zijn en ondernemen.
Onder de werktitel ‘Dagboek van een ongelukkige poetsvrouw.’ wordt dit langzaamaan een manuscript.

Op de dag dat ik vertrok bij Frits, gaf hij me een knuffel en zei: “Ik ga je missen, maar jij hebt andere dingen te doen. Jij MOET verhalen schrijven.” Een half jaar later belde hij me per ongeluk. Ik vroeg hem hoe het ging, maar hij wilde alleen maar weten of ik goed bezig was met schrijven. Ik vertelde hem over mijn plannen met mijn bedrijf en over MyLastStory. Hij luisterde tevreden.

Vandaag schrijf ik dit met tranen in mijn ogen. Ik kreeg donderdag een sms-je van zijn zoon met de vraag om mijn adres. Vandaag is de crematie. Ik neem afscheid van Frits in mijn hart, maar zijn woorden blijven bij me.

Dit blog is voor jou Frits, geniet van de oneindige liefdesenergie die je nu bent!